Uit het "AMSTERDAMS DAGBLAD" (26 juli 1945)
ANNEXATIE
beteekent herstel van onze volkskracht
door
Mr. Drs. A. Börger
NU door het oprichten van het Nat. Comité voor annexatie
van Duitsch grondgebied, deze kwestie voor ons geheele
volk in een actueel stadium is gekomen, zal iedere landgenoot zijn
standpunt ten dezen moeten bepalen, opdat de Regeering een indruk
krijge van hetgeen dienaangaande leeft in ons volk. Annexeeren
beteekent het breken met vele tradities, en traditie heeft ten onzent
een goeden klank. Maar wij mogen niet vergeten, dat in de geschiedenis
van elk volk momenten voorkomen, waarin met sommige tradities moet
worden gebroken.
EEN van onze tradities -- zij het - niet een der oudsten -- was dat
voor ons een neutrale buitenlandsche politiek de eenige juiste was.
Duitschland. heeft ons echter in 1940 anders geleerd en het zal zijn
les zeker herhalen, wanneer wij zouden verzuimen actief deel te nemen
aan het buitenlandsch gebeuren, om te beginnen aan de reorganisatie van
Europa en de overige wereld, welke ten doel moet hebben den vrede zoo
goed mogelijk te verzekeren.
Wij hebben ondervonden wat oorlog
beteekent, en in het bijzonder wat de moderne Duitscher daaronder
verstaat.
Wij hebben ondervonden, dat deze
Duitscher onder oorlogvoering ook verstaat het opzettelijk en zonder
oorlogsnoodzaak verwoesten van geheele landen, en uitmoorden of tot
slavernij brengen van geheele
volkeren.
Wij hebben ervaren hoezeer de moderne Duitscher er vatbaar voor is om
de afschuwelijkste onmenschen en psychopathen te volgen, als zij hem
maar een mythe verkondigen, en dat hij dan bereid is tot elke laagheid;
dat hij bereid is een staat te aanvaarden, gegrondvest op georganiseerd
sadisme, en de organisatoren te verheerlijken.
Reorganisatie.
DAAROM moeten wij, als wij tot
een betere wereldordening willen komen, beginnen met de „reorganisatie"
van den Duitschen mensch, d. w. z. met zijn her-opvoeding en tevens een
orde scheppen, waarin de voorwaarden ontbreken, welke een gunstige
sfeer vormen voor Duitsche verwording.
Wij moeten dus streven naar een wereld, welke gebaseerd is op
gerechtigheid.
Een eerste eisch van gerechtigheid is, dat Duitschland ons die schade
vergoedt, welke het ons opzettelijk, zonder de geringste
oorlogsnoodzaak, en in strijd met elk begrip van volkenrecht,
menschenwaarde en zedelijkheid heeft toegevoegd:
Eischen wij zulks niet, dan zal het Duitsche volk lachen om alle
gerechtigheid, zooals het deed sinds Hitler aan de macht kwam, en zal
het er slechts aan denken revanche te nemen voor zijn nederlaag.
Maar wij moeten den oorlog uitbannen uit Europa, en wij kunnen het.
bannen uit Europa, en wij kunnen het.
25 millard.
De Nederlandsche staatscommissie,
belast met de begrooting der toale schade, is tot een voorloopig cijfer
gekomen van 25 milliard! Deze voor ons ondragelijke schade moet
Duitschland vergoeden en het kan haar vergoeden, want het is veel
rijker aan grond dan wij, en zijn industrie heeft potentieel minder
geleden dan de onze. Natuurlijk kan er geen sprake zijn van
schadevergoeding in geld; maar ook zijn deze 25 milliard gulden niet te
vergoeden door leveranties van goederen. Van een dusdanige regeling
komt op den duur niets terecht, en daarom komen dergelijke leveranties
slechts in aanmerking gedurende een betrekkelijk korten termijn, als
aanvullende betaling.
In grond echter kan het gemakkelijk en terstond betalen. En wij hebben
het recht betaling, terstond, te eischen, omdat wij onze volkskracht
moeten herstellen om onze cultureele taak te kunnen vervullen. Deze is
imedewerken aan de vernieuwing en verbetering der wereld.
Onze cultureele taak,
welke is aan te duiden door drie namen: (in chronologische volgorde)
Erasmus, Willem de Zwijger, Hugo de Groot humanisme, vrijheid,
gerechtigheid, ook tusschen de volkeren.
Alleen als ons volk deze taak weder opneemt, kan het
verder leven. Dienen der menschheid met zijn beste gaven is waarachtig
leven, zoowel voor de individuen als voor de volkeren.
Om dit echter te kunnen, moeten wij onze volkskracht herstellen, anders
gaat de bevolking van deze Lage Landen onder in misère en degeneratie.